Is het i.p.v. B12-tekort misschien
Methylene-THF-Reductase deficiëntie?





Door Paula Bailly Najaar 2013

DEEL 4

Verdere factoren

MTHFR co-factors
Alcohol en/of Candida-woekering
Nitro stress en B12
MTHFR up- en downregulating factors
- Homocysteïne verhoogd
- Unfolded Protein Response
- SAM activiteit
Stress
Methionine-rijke voeding
Methylatie-supplementen
  Schildklier
Lood, kwik en aluminium
Post-Viraal Syndroom
Post-Vaccinaal Syndroom
Zwanger en zonnebaden?
HPU
Eiwit synthese
Glutathione
Protein Folding
Co-enzym A
Type-A persoonlijkheden
De Methionine-belasting test
SAM en Magnesium
"Spiritueel dieet"
"Stress-dieet"

Methylene-THF-Reductase cofactors

De vitaminen B3 en B2 zijn nodig als cofactor om het enzym Methylene-THF-reductase zijn werk te kunnen laten doen. De naam van B3 is Nicotinamide, die van B2 Riboflavine.

B3 en B2 moeten echter wel beiden eerst in hun actieve vorm omgezet worden:
- B3 (Nicotinamide) wordt omgezet in
  NAD+ (Nicotinamide Adenine Dinucleotide) of
  NADP+ (Nicotinamide Adenine Dinucleotide Phosphate).
- B2 (Riboflavine) wordt omgezet in
  FAD (Flavin Adenine Dinucleotide).

Zowel B3 als B2 moeten dus voldoende aanwezig zijn voor het goed functioneren van het enzym MTHFR (Methylene-THF-Reductase).

Bij een gezonde voeding geeft B3 meestal geen probleem.

Met B2 kunnen mogelijk twee problemen optreden:

  • MTHFR deficiency kan veroorzaakt zijn door een genetische mutatie. Bij de C677T mutatie laat de FAD cofactor drie keer zo snel los van het MTHFR enzym (bij homozygoot C677T zelfs tien keer zo snel). Hierdoor is het snel uitgewerkt en werkt het MTHFR enzym zodanig slechter dat dat leidt tot een verhoogd Homocysteïne niveau.
    Dit probleem kan echter ondervangen worden door extra B2 te supplementeren. Het Homocysteïne niveau kan dan weer dalen tot vrijwel normaal.

  • Bij de omzetting van B2 naar FAD speelt schildklierhormoon T4 nog een rol. Bij een traagwerkende schildklier wordt B2 niet snel genoeg omgezet in FAD, zodat het MTHFR enzym slechter gaat werken.
  Schildklier

Of een schildklier traag werkt kan gemeten worden: over het algemeen is dan het hormoon TSH (Thyroid Stimulating Hormone) verhoogd.

Hoewel de standaard is dat TSH-waarden tusen 0.5 en 4.5 mE/L normaal zouden zijn, duidt volgens de Belgische endocrinoloog en CVS specialist Francis Coucke een TSH-waarde van hoger dan 2 mE/L al op een trager werkende schildklier.




Alcohol en/of Candida-woekering

Wanneer men alcohol drinkt wordt de alcohol (chemische naam: Ethanol) zeer snel omgezet in een ander giftig product: Acetaldehyde. Vervolgens wordt deze giftige stof verder afgebroken met behulp van een enzym (ALDH, Aldehyde Dehydrogenase). Deze omzetting gaat echter veel langzamer. Het is de aanwezigheid van deze stof, Alcetaldehyde, waarom je je met een kater zo ellendig voelt.

In de darm is van nature een darmschimmel aanwezig met de naam Candida Albicans. In de normale situatie blijft de hoeveelheid van deze schimmel binnen de perken, maar er kunnen situaties optreden waardoor deze schimmel gaat woekeren.

Mensen met Candida-woekering hebben dat meestal niet in de gaten. Vaak hebben ze veel zin in koolhydraten (suiker en meelproducten), want de candida gebruikt dit als voedsel. Candida zet koolhydraten om in Ethanol (alcohol dus). Deze Ethanol wordt zeer snel in het lichaam omgezet naar Acetaldehyde (net zoals na acoholconsumptie). Dus, ondanks dat men geen alcohol gedronken heeft, krijgt men toch te maken met een katerig gevoel.

Dit is een hele vervelende situatie. Degene met een kater vanwege alcoholgebruik zou zich kunnen voornemen de volgende keer niet zo veel te drinken. De Candida patiënt blijft zich ellendig voelen (want de schimmel blijft maar Ethanol produceren), en hij of zij mag gaan raden hoe dat komt!

Acetaldehyde heeft een destructieve werking op het enzym Methionine Synthase (MS). Dit enzym helpt in de Methionine Salvation Pathway om Homocysteïne weer terug om te zetten in Methionine.

Als dit enzym niet goed werkt omdat het beschadigd is door de Acetaldehyde kan de methyl-Cobalamine z'n methylgroep niet afgeven.
Er onststaat dan dus een methyl-Cobalamine stuwmeer.

Vervolgens kan ook het methyl-THF z'n methyl niet meer afgeven, het Cobalamine is immers al verzadigd met methyl.
Er ontstaat dus ook een methyl-THF stuwmeer ('Methyl Folate Trap').

En als het methyl-THF z'n methyl niet kan afgeven, wordt het niet terug geconverteerd naar THF, en is er dus te weinig THF om Methylene-THF te vormen.
Er komt dus een tekort aan Methylene-THF.

Een methyl-THF stuwmeer met een daaropvolgend
Methylene-THF tekort zijn nu precies ook de gevolgen van een 'B12-tekort door te weinig opname' !

Dus of de Methionine Salvation Pathway nou niet goed werkt vanwege B12-tekort (door te weinig opname), òf omdat het enzym Methionine Synthase niet goed werkt:
het heeft precies dezelfde effecten op de omliggende reacties.

Wanneer gedacht wordt aan een mogelijk B12-tekort is het dus verstandig om ook te controleren op Candida-woekering.

Er zijn diverse oorzaken waardoor Candida kan gaan woekeren, zoals antibiotica gebruik, anticonceptiepilgebruik, excessief suiker en witmeel gebruik, om er een paar te noemen.

Het genezen van Candida kan ingewikkeld zijn. In eerste instantie wordt als remedie een diëet aanbevolen: een aantal maanden moet men afzien van het gebruik van koolhydraten, zoals suiker en meelproducten, zodat de Candida weinig mogelijkheden meer heeft om zich in leven te houden.

  Lood, kwik en aluminium

Naast alcohol (Ethanol) hebben ook een aantal metalen een slecht effect op de Methionine Salvation Pathway.

Lood, kwik en aluminium hebben een remmend effect op het enzym MS (Methionine Synthase). Dit enzym is, samen met B12, essentieel voor het terug omzetten van Homocysteïne naar Methionine.


Post-Viraal Syndroom

Het Post-Viraal Syndroom houdt in dat na een doorgemaakte virus-infectie de persoon niet echt beter wordt maar, soms levenslang, klachten houdt als vermoeidheid en onduidelijke pijnen. Heel vaak betreft dat EBV (Epstein-Barr-virus (ziekte van Pfeiffer)) of CMV (Cytomegalo-virus).

Nu blijkt ongeveer de helft van de populatie besmet met CMV, en met EBV zelfs bijna de hele bevolking. En daarvan krijgt dus lang niet iedereen het Post-Viraal Syndroom! Er moet dus een andere factor zijn. Een laag B12-niveau zou hier een rol in kunnen spelen.



Nitro stress en B12

Een wat laag B12-niveau kan in gewone omstandigheden waarschijnlijk niet zo veel kwaad. Dit wordt echter anders wanneer het lichaam ziek wordt.

Bij een infectieziekte wordt er in het lichaam een overmaat aan Stikstof-Mono-Oxide (NO, Nitric Oxide) gevormd.

Het was al langer bekend dat lachgas (N2O, Di-Stikstof-Mono-Oxide of Nitrous Oxide) B12-moleculen (Cobalamine) kan beschadigen. Lachgas werd vroeger veel, en nu nog wel, gebruikt als narcosemiddel. Omdat het lachgas de vrije B12-moleculen beschadigt hebben mensen met een laag B12-niveau grote kans daar vervelende nawerkingen van te hebben.

Nu is bekend geworden dat ook het lichaamseigen NO (Stikstof-Mono-Oxide of Nitric Oxide) het vrij Cobalamine kan beschadigen. En wel onder invloed van licht.

NO wordt door het lichaam aangemaakt door omzetting van het aminozuur Arginine. NO bevordert de bloedsomloop doordat het een vaatverwijdend effect heeft. Ook bevordert het de aanmaak van bepaalde immuuncellen.

NO wordt echter in grotere hoeveelheden door het lichaam geproduceerd als er sprake is van infectie. Ook bij zoiets als whiplash wordt veel meer NO geproduceerd (zogenoemde 'steriele infectie').

Sommige infecties zijn chronisch. Zoals bijvoorbeeld het geval is bij infectie met een virus uit de Herpesfamilie; deze virussen blijven voor de rest van het leven in het lichaam aanwezig. Meestal in slapende toestand, maar als het lichaam, door bijvoorbeeld zoiets simpels als stress, in een toestand van verminderde afweer komt, dan speelt zo'n virus vaak weer op.

Onze huid blijkt gedeeltelijk doorlaatbaar te zijn voor licht (translucent).



Van Infrarood licht en Ultraviolet licht wordt slechts 5% door de huid doorgelaten. Maar van het gewone zichtbare licht wordt wel grofweg 1/3 deel doorgelaten.
En precies door deze doorgelaten lichtfrequenties van het zichtbare licht wordt vrij Cobalamine het meest beschadigd!

Bij het beschadigen van Cobalamine door NO onder invloed van licht gaat het om vrij Cobalamine dat niet gebonden is aan een methyl-groep of een adenosyl-groep. Als door een laag methyl-THF niveau het Cobalamine lang moet wachten op een methylgroep dan loopt het de kans beschadigd te raken door NO.

Dit beschadigde Cobalamine wordt door het lichaam afgevoerd met de urine. Iedere keer dat een infectie oplaait gaat het lichaam dus B12 verbruiken.
Bij chronische infectie is het aan te raden om B12 te supplementeren, om zo een uiteindelijke uitputting van de B12-voorraad te voorkomen.


MTHFR up- en downregulating factors

Na deze uitgebreide verhandelingen over Methylene-THF-Reductase deficiëntie lijkt het een vaststaand gegeven hoeveel methyl-THF er in iemands lichaam beschikbaar komt. Maar dat ligt wat genuanceerder:

De hoeveelheid van het enzym MTHFR (Methylene-THF-Reductase) is niet altijd constant.

De werking van het enzym MTHFR (Methylene-THF-Reductase) kan namelijk door het lichaam bijgeregeld worden.

Onder bepaalde omstandigheden gaat het lichaam meer MTHFR aanmaken:

  • Wanneer het Homocysteïne niveau verhoogd is
  • Wanneer in de cellen de eiwitsynthese niet helemaal goed verloopt (Unfolded Protein Response)
Òf het lichaam gaat juist minder MTHFR aanmaken:
  • Wanneer er veel activiteit is van SAM (S-Adenosyl-Methionine)

Homocysteïne verhoogd

Homocysteïne is een schadelijke stof voor vooral de weefsels waarin de cellen snel vernieuwen. Het is logisch dat als het Homocysteïne niveau oploopt, het lichaam constateert dat de normale afbraak route (de Transsulfuration Pathway) het blijkbaar niet helemaal aan kan. En dus gaat zoeken naar een andere weg om het Homocysteïne niveau weer wat omlaag te krijgen.

Dat kan door het Homocysteïne maar wat meer te recyclen tot Methionine. maar daarvoor is dan meer methyl nodig.
Door de hoeveelheid MTHFR te verhogen zorgt het lichaam ervoor dat er meer methyl-THF aangemaakt kan worden, om het methyl aan te kunnen leveren dat voor de Homocysteïne recycling nodig is in de Methionine Salvation Pathway.


Unfolded Protein Response

Methionine is ook nodig voor eiwit-synthese.
Veel van onze weefsels bestaan voor een groot deel uit eiwitten. En ook enzymen worden voor een deel uit eiwitten opgebouwd.

Een eiwit bestaat uit aminozuren. Deze zitten aan elkaar in een bepaalde volgorde, specifiek voor dat eiwit. De recepten voor ieder eiwit liggen opgeslagen in ons DNA. En ons DNA ligt ligt opgeslagen in de celkern.

Het maken van een eiwit begint bij het opensplijten van het DNA. De dubbele spiraal rolt open en de de basen komen bloot te liggen. De volgorde van de basen wordt gecopiëerd naar mRNA (messenger RNA).
Het mRNA gaat met het recept voor het bepaalde eiwit de celkern uit om het een eindje verderop af te leveren bij het eiwitfabriekje in de cel. In het Granulair Endoplasmatisch Reticulum zitten fijne korreltjes, de Ribosomen, waarin de eiwitten vervolgens geproduceerd worden.

Ieder groepje van drie basen (triplet) codeert voor één van de twintig aminozuren waaruit de eiwitten kunnen bestaan. Ook voor de betekenis "einde" (van het recept) zijn er triplets. Er is echter geen aparte code voor "begin", de code voor Methionine wordt óók gebruikt om het begin van een recept aan te geven. En omdat een recept dus altijd begint met "Methionine", moet er voldoende Methionine aanwezig zijn om een eiwit te kunnen maken. (Die begin-Methionine wordt dan later meestal weer van het eiwit afgeknipt en hergebruikt.)

Eiwitten zijn zo lang dat ze opgevouwen moeten worden om hanteerbaar te blijven.
Als dit mis gaat (door bijvoorbeeld calcium-tekort) dan reageert de cel hierop met een bepaalde stress-reactie: de Unfolded Protein Response

Het lijkt daarom zinvol dat als de eiwitsynthese niet helemaal goed gaat, het lichaam probeert dit proces te ondersteunen met de aanmaak van meer Methionine. En dus met het stimuleren van de Methionine Salvation Pathway door meer MTHFR aan te maken.


SAM activiteit

Wanneer er veel activiteit is van SAM (S-Adenosyl-Methionine) dan wordt de activiteit van het enzym MTHFR verlaagd. Waardoor er dus minder methyl-THF wordt aangemaakt. En daardoor kan er in de Methionine Salvation Pathway minder Homocysteïne worden gerecycled tot Methionine.

Dit is dus een geval van tegenkoppeling: Als er méér SAM gebruikt wordt, komt er juist mìnder Methionine beschikbaar om omgezet te worden in SAM.
Dat lijkt op het eerste gezicht best een beetje onlogisch.

Een paar onderzoekers hebben onderzoek gedaan naar wat er gebeurt als het lichaam een grotere lading Methionine (in voeding) te verwerken krijgt. Het blijkt dat deze lading zo snel mogelijk wordt omgezet in SAM: de hoeveelheid Methionine in het lichaam verhoogd nauwelijks, maar de hoeveelheid SAM loopt flink op.

De extra hoeveelheid SAM wordt dan gebruikt voor de verschillende methylatie-processen en er ontstaat het afvalproduct Homocysteïne.

Maar door de verhoogde activiteit van SAM wordt de activiteit van (tenminste) drie enzymen beïnvloed.

De invloed van verhoogd SAM op:
  • MTHFR
    De activiteit van het enzym MTHFR (Methylene-THF-Reductase), dat nodig is voor de Homocysteïne recycling tot Methionine, wordt verlaagd.
  • BHMT
    Ook de extra pathway voor de Homocysteïne recycling tot Methionine, degene die in de lever plaats vindt, wordt beperkt. Doordat de activiteit van het enzym voor deze pathway, het BHMT enzym (Betaïne-Homocysteïne-Methyl-Transferase), verlaagd wordt.
  • CBS
    De activiteit van de Transsulfuration Pathway wordt juist versterkt. Dit gebeurt doordat de werking van het enzym CBS (Cystathionine-Beta-Synthase) verhoogd wordt.

Na een grote Methionine-inname wordt er door deze veranderingen van enzym-werking (twee beperkingen en één versterking) dus nog nauwelijks Homocysteïne gerecycled tot Methionine.
Het afvalproduct Homocysteïne wordt nu zoveel mogelijk afgevoerd via de Transsulfuration Pathway en verder verwerkt tot andere nuttige stoffen.

Dit mechanisme zou in de tijd van de jager/verzamelaars z'n nut kunnen hebben gehad.

Toen was er maar af en toe de beschikking over een grote hoeveelheid vlees (dat veel Methionine bevat).
Vlees kun je niet lang bewaren en werd dus relatief snel opgemaakt. Waardoor de mensen op sommige momenten vrij grote hoeveelheden Methionine te verstouwen kregen. In plaats van het bijvoorbeeld op te slaan, probeert het lichaam deze extra hoeveelheid dus zo snel mogelijk weg te werken.
De rest van de tijd kregen ze via het eten van noten en zaden genoeg Methionine binnen, waardoor een Methionine-voorraad in het lichaam ook helemaal niet nodig was.

  Post-Vaccinaal Syndroom

In zijn boekje "Vitamine B12-tekort" vertelt Hans Reijnen (arts en B12-specialist) dat een aanzienlijk aantal van zijn patiënten met B12-tekort ook last had van Post-Vaccinaal Syndroom.

Ten eerste worden bij vaccinaties virussen ingebracht. Deze veroorzaken een toename van NO in het lichaam, waardoor vrije B12-moleculen beschadigd kunnen raken. (Het zelfde effect als bij Post-Viraal Syndroom.)

Vaak bevatten vaccinaties ook nog kwik. Kwik heeft een remmende werking op het enzym MS (Methionine Synthase). Op deze manier wordt bij het Post-Vaccinaal Syndroom de methylatie op twee manieren verstoord.



Zwanger en veel zonnebaden? Geen goede combi!

Voor vrouwen die zwanger willen worden is het heel belangrijk om voldoende Foliumzuur in het lichaam te hebben i.v.m. kans op openrugsyndroom (door de eerder genoemde problemen met DNA-synthese). Daarom wordt hun tegenwoordig aangeraden om voorafgaand aan - en in de eerste weken van de zwangerschap Foliumzuur supplementen te slikken.

Minstens zo belangrijk is wellicht het voorkómen van Foliumzuur-tekort, door bijvoorbeeld Alcohol te vermijden en te stoppen met de pil.

Dat ook veel zonlicht kan leiden tot Foliumzuur-tekort werd ontdekt in Brazilië. Extreem veel zonnebaden, op vakantie of op de zonnebank, zou voor zwangere vrouwen dan ook afgeraden moeten worden!

Mechanisme

Het mechanisme hierachter is niet precies bekend. Wel bekend is dat vrij B12 (cobalamine) beschadigd wordt (door NO) onder invloed van licht. Wellicht is het mechanisme als volgt:
Beschadigd vrij B12 wordt uitgescheiden in de urine. Het aanwezige methyl-THF kan z'n methylgroep niet voldoende kwijt ('Methyl Folate Trap'), waardoor er niet genoeg THF terug komt om omgezet te worden in Methylene-THF (o.a. belangrijk voor het voorkómen van geboorteafwijkingen).


HPU

Mensen met HPU hebben een tekort aan B6 en zink.
B6-tekort leidt er toe dat het enzym CBS (Cystathionine-Beta-Synthase) niet goed werkt. Dit heeft invloed op de Tanssulfuration Pathway: Homocysteïne kan niet goed afgevoerd worden en zal zich ophopen.

Door upregulation van het enzym MTHFR probeert het lichaam dit tegen te gaan; dit brengt de recycling van Homocysteïne wat meer op gang.

Helaas: de HPUer heeft ook een tekort aan zink. En zink is nodig als co-factor voor de beide enzymen die helpen bij de Homocysteïne recycling (MS (Methionine-Synthase) en BHMT (Betaïne-Homocysteïne-Methyl-Transferase)).

Daardoor zal de HPUer toch een verhoogd Homocysteïne niveau hebben, ondanks wellicht prima B12- en Foliumzuur-niveaus.


Eiwit synthese

Eiwit wordt gevormd door een lange reeks van aminozuren. De aminozuren kunnen als een soort van lego aan elkaar geklikt worden.

Een aminozuur bestaat uit twee vaste stukjes (de klikdelen, voor ieder aminozuur het zelfde) en een variabel stukje:


Het aan elkaar klikken van twee aminozuren gebeurt onder afscheiding van H2O (water molecuul):


Op deze manier kunnen aminozuren bijna eindeloos aanelkaar geklikt worden tot zeer lange ketens. Dit heten polypeptide ketens.

Er zijn maar 20 verschillende aminozuren waaruit de eiwitten opgebouwd worden. Iedere stof die uit eiwit bestaat heeft zijn eigen volgorde van aanelkaar geklikte aminozuren.


Glutathione

Glutathione (Ned.: Glutathion) is de belangrijkste antioxidant in ons lichaam. Het beschermt ons tegen oxidatieve stress. Ook helpt Glutathione de lever met het verwijderen van schadelijke stoffen (ontgiften).

Glutathione wordt in de lever gesyntheseerd uit Glutamate, Cysteïne en Glycine (waarbij Cysteïne de rate-limiting factor is). Van daar uit wordt het naar de rest van het lichaam getransporteerd.

Cysteïne ontstaat na afbraak van Homocysteïne, in de Transsulfuration Pathway die plaats vindt in de lever.
Wanneer er te weinig Homocysteïne is (b.v. door een Methionine-tekort, of doordat de Transsulfuration Pathway niet goed werkt) dan ontstaat er te weinig Cysteïne. En daarmee ook te weinig Glutathione.

Glutathione is als supplement verkrijgbaar.


Protein Folding

Cysteïne is ook nodig om aangemaakte lange eiwitten op te vouwen. Als er echter te weinig Cysteïne zou dreigen te zijn kan het lichaam de benodigde Cysteïne weer vrij maken uit Glutathione.


Co-enzym A

Cysteïne maakt (samen met B5 (Pantotheenzuur) ) ook deel uit van Co-enzym A. Co-enzym A is in de cellen nodig voor de verbranding van Glucose en vetten.

Cysteïne is een aminozuur dat voorkomt in gewone eiwit-rijke voeding. Cysteïne via voeding of supplement remt het enzym CBS, zodat de Cysteïne-toevoer ongeveer constant zal blijven. Als supplement is Cysteïne niet goed verdraagbaar; het is dan beter om Cystine te nemen (bestaande uit twee Cysteïne moleculen aan elkaar) of Glutathione.


Stress

Het hierboven beschreven mechanisme van SAM komt niet handig uit in onze jachtige samenleving. De aanmaak van Adrenaline (uit Noradrenaline) is ook een methylatie-reactie. Iedere keer dat we ook maar onder enige stress staan is er dus meer methyl nodig.

Helaas gaat ons lichaam ons dat meerdere methyl niet echt leveren. (Sterker nog, door de reacties van het lichaam op de verhoogde activiteit van SAM gaat er juist mínder methyl beschikbaar komen!)

Bij stress wordt er meer Adrenaline aangemaakt. Om het benodigde methyl hiervoor vrij te spelen worden de honderden andere methylatie-processen op een iets lager pitje gezet.

Dat zal in vroeger tijden niet zo erg zijn geweest. Wanneer stress niet zolang duurt kan het lichaam dat kennelijk wel even lijen. Maar in onze tijd is dat een ander verhaal.

Wij staan eigenlijk vrijwel allemaal chronisch onder stress. Je hoeft je helemaal niet erg gestressed te voelen om toch onder stress te staan.
Neem alleen al het gegeven dat een voor ons normaal koffie-verbruik al leidt tot verhoogde Homocysteïne niveaus, dan kun je wel nagaan dat wij chronisch meer methyl nodig hebben dan ons lichaam voor ons beschikbaar wil stellen.
De gevolgen van chronische stress zullen dus vrijwel allemaal problemen zijn met de vele andere methylatie-processen, die dan langere tijd niet optimaal kunnen verlopen.

Voor degenen met MTHFR deficiency is het allemaal nog een tandje erger. Zij hebben immers van nature al minder methyl beschikbaar voor alle methylatie-reacties. Zij zullen daardoor wat eerder aan lopen tegen de gevolgen van chronische stress.

  Type-A Persoonlijkheden

Mensen met slechter werkende Transsulfuration Pathway, bijvoorbeeld door een CBS-enzym deficiëntie, zullen juist weer meer stress-bestendig zijn dan normaal.

Doordat bij hen het Homocysteïne niveau oploopt gaat als bescherming daartegen het MTHFR enzym juist weer beter werken. Zij hebben bij stress dus niet zo snel last van methyl-tekort (en behoren daarmee tot de zogenoemde "over-methylators").

Dit komt overeen met de beschrijving van de Type-A Persoonlijkheden. Ze hebben voldoende Adrenaline beschikbaar om zich vaak en lang op te winden, maar kunnen dan ook ineens een hartaanval krijgen. Het alsmaar verhoogde Homocysteïne niveau heeft dan uiteindelijk tot beschadiging van hart en bloedvaten geleid.


Methionine-rijke voeding

Er zijn verschillende supplementen beschikbaar om de methylatie-processen te ondersteunen. Maar er is ook nog een tamelijk simpele oplossing voor ons gebrek aan methyl. Gewoon wat meer Methionine-rijk voedsel te eten! Dan komt er meer SAM beschikbaar voor onze methylatie-processen.

Een heleboel mensen doen dat intuïtief ook. Het is in onze westerse maatschappij gewoon om iedere dag vlees te eten, en de porties daarvan zijn echt niet altijd erg bescheiden. Ook andere Methionine-houdende voeding zoals kaas en eieren worden vaak wel dagelijks verorberd.

Op die manier is men niet afhankelijk van de recycling van Homocysteïne tot Methionine. En maakt het dus ook niet zoveel uit dat het lichaam die recycling op een laag pitje zet.

Er zitten echter wel nadelen aan de Methionine-rijke voeding als oplossing van het methyl-probleem.

  • Vicieuze cirkel
    Doordat het lichaam naar aanleiding van de verhoogde SAM-activiteit de Homocysteïne recycling tot Methionine op een laag pitje zet, blijf je Methionine-rijk voedsel nodig hebben. Het heeft iets van een verslaving: een mechanisme dat zichzelf in stand houdt.

  • Foliumzuur wordt minder goed opgenomen
    Doordat het MTHFR enzym verminderd werkzaam is wordt Foliumzuur minder goed opgenomen. En een laag Foliumzuur-niveau gaat weer samen met een laag B12-niveau. (Het lijkt dus niet helemaal toevallig dat in onze fast food wereld een verhoogde vleesbehoefte lijkt samen te gaan met een verminderde behoefte aan verse groente en fruit?)

  • Het Homocysteïne-niveau in het lichaam kan oplopen
    Als er grotere hoeveelheden Methionine worden geconsumeerd, wordt de grotere hoeveelheid Homocysteïne die ontstaat normaal afgevoerd via de Transsulfuration Pathway. Maar dan moet deze pathway wel goed werken (dit kan getest worden met de Methionine-belasting-test, zie kader).

Wanneer we dagelijks grotere hoeveelheden Methioninerijk voedsel eten moeten we niet raar op kijken wanneer dit de volgende twee gevolgen heeft:
-   Een lager methyl-THF niveau
    zonder dat er sprake hoeft te zijn van een genetische mutatie
    van het gen voor het MTHFR enzym,   en dus ook
-   Een lager B12 niveau
    zonder dat er sprake hoeft te zijn van een B12-tekort (door
    te weinig opname)

Door onze jachtige levensstijl en het daarbij behorende "stress-dieet" kunnen deze lagere niveaus dus door onszelf geïnduceerd worden!

Door het eten van veel (Methionine-rijke) dierlijke producten krijgen we wel voldoende B12 binnen, dat wordt opgeslagen in de lever. Maar door bovengenoemde regelmechanismen zal echter het niveau van het vrij circulerende B12 dan toch aan de lage kant blijven.


Methylatie-supplementen

Al met al lijkt het wel zinvol te zijn om de methylatie-processen in ons lichaam te willen ondersteunen. In de USA is er wat meer bekendheid over methylatie en het verband met het MTHFR enzym. Er zijn websites en fora met discussies welke supplementen je kunt nemen om de methylatie-processen te ondersteunen en de verslagen van mensen die daarmee experimenteren.

Hieronder een korte bespreking van de hiervoor meest gebruikte supplementen:
-   Methyl-Cobalamine en methyl-THF
-   Betaïne (TMG)
-   SAM en Methionine

Methyl-Cobalamine en methyl-THF staan het meest in de belangstelling. (methyl-THF is bekend onder de naam Meta-Folin). Deze twee stoffen zitten in de Folate Cycle ná de reactie met het MTHFR enzym en vullen aan daar waar de MTHFR-reactie te kort in is geschoten.

Ook Betaïne (TMG) wordt soms als methylatie-supplement gebruikt. Maar dit lijkt echter niet vaak tot spectaculaire verbeteringen te leiden.
Dat is ook wel enigszins logisch: de extra Homocysteïne recycling tot Methionine in de lever waar Betaïne voor nodig is verloopt nog altijd onder invloed van het enzym BHMT. Waarvan de werking verminderd wordt naar aanleiding van verhoogde SAM-activiteit. De aanwezigheid van meer Betaïne zal dan niet echt helpen.

Verder wordt ook SAM gebruikt als supplement (ook wel SAMe genoemd, uitgesproken als 'Sammy'). Omdat deze stof direct de bloed-brein barrière kruist wordt het voornamelijk gebruikt tegen depressies.
Verder is ook Methionine als supplement verkrijgbaar. Methionine wordt, zoals we eerder zagen, zeer snel omgezet in SAM.

Wat dat betreft is het eigenlijk handiger om Methionine via eiwitrijke voeding binnen te krijgen. Dan moet het lichaam eerst nog de eiwitten afbreken om de Methionine vrij te maken - wat tijd kost. Waardoor de hoeveelheid SAM wat minder direct ineens de bloed-brein barrière zal passeren.

Al deze voornoemde supplementen hebben de bedoeling onze methylatie-processen te ondersteunen. Dat is nuttig in geval van MTHFR deficiëntie. Maar ook wanneer we onder stress staan en extra methyl nodig hebben om meer Adrenaline aan te maken.

En met deze opmerkingen over stress en Adrenaline is de cirkel weer rond en eindigt dit verhaal waarmee het begon ...

  De Methionine-belasting test

Met de Methionine-belasting test meet men nauwkeurig of, en hoeveel, het Homocysteïne niveau verhoogd raakt na inname van een vaststaande hoeveelheid Methioninen.

Deze test wordt gedaan omdat Homocysteïne zo'n schadelijke stof is (het kan o.a. hart- en vaatziekten veroorzaken).
Als na de test blijkt dat het Homocysteïne niveau verhoogd raakt na Methionine-inname, dan weet men nog niet waarom dat precies gebeurt, daar is dan nader onderzoek voor nodig.


SAM en Magnesium

Om Methionine om te zetten in SAM is energie nodig, in de vorm van ATP (Adenosine-Tri-Phosphate). ATP wordt in de cellen gegenereerd door verbranding van Glucose of vetten.

ATP wordt in de cellen bewaard in een bedje van Magnesium. Zonder Magnesium kan het ATP zijn energie niet afgeven. Bij een Magnesium-tekort verloopt de omzetting van Methionine naar SAM dus trager.


Het "spiritueel dieet"

In de wereld van de spiritualiteit streeft men naar het hebben van een rustige geest en wordt ook de voeding daarop aangepast.

Wat als een spiritueel dieet kan worden gezien kunnen we afkijken van de voeding die in Ashrams gebruikt wordt:
- wat rijst (voor de koolhydraten)
- gemengde blad- en knolgroenten met diverse kruiden klaargemaakt (ook aardappelen worden bij knolgroenten gerekend)
- bonengerecht met kruiden klaargemaakt (bonensoort verschilt per dag)
- zuivelhapje (niet helemaal vergelijkbaar met ons toetje (want niet zoet))
Kenmerkend is dat het een bescheiden hoeveel¬heid eiwitten bevat, voornamelijk van plantaardige afkomst (bonen).


Het "stress-dieet"

Bij stress gaat het lichaam meer Adrenaline produceren. Door de verhoogde productie van Adrenaline heeft het lichaam meer methyl nodig. En methyl wordt geleverd door het aminozuur Methionine.

Methionine zit voornamelijk in alle eiwitrijke voeding en krijgt men dus binnen door het eten van:
vlees, gevogelte, vis, eieren, kaas en andere melkproducten, noten en zaden.



Een lekker Methionine-ontbijtje
Verantwoorde voeding die past bij een gestresste levensstijl.